Op deze site publiceren we deze periode een reeks artikelen over professionaliteit. Deze keer een interview met hogeschoolmedewerker en bedrijfssocioloog/bedrijfskundige Rinus Feddes die dit jaar promoveerde op het thema ‘onderbuikgevoel en roddelen’.
Waarom promoveert iemand op het onderwerp ‘roddelen’?
“Niet verder vertellen, maar ik ben opgegroeid in een gezin met vijf zussen. Het waren beslist geen roddeltantes, maar lieve meiden die voortdurend andere onderlinge coalities hadden. Daardoor veranderden hun verhalen over elkaar en over mij, net als mijn positie in het gezin. Tijdens mijn loopbaan kwam ik daarna bij verschillende organisaties terecht. Altijd waren er roddels. Werd er bijvoorbeeld tegen me gezegd: ‘Je kunt beter niet met hem kletsen, want hij vertelt alles door.’ Het fascineerde me en ik dacht: zou roddelen ook positief kunnen zijn? Toen ik op de hogeschool de ruimte kreeg voor een eigen vak, greep ik mijn kans.”
Wat verstaat u precies onder roddelen?
“Roddelen is praten over iemand die er niet bij is. Meestal is het iets negatiefs, iets waar we een mening over hebben. Ik maak onderscheid tussen interpersoonlijke- en media-roddel. Mijn onderzoek richt zich op de interpersoonlijke: bekenden vertellen elkaar een roddel. De roddelaar kent de persoon waarover het gaat, de luisteraar hoeft hem niet te kennen. De roddel informeert, beïnvloedt, verbindt en geeft ruimte om je emotioneel te ontladen. Roddelen is daarom essentieel, ook voor een hogeschool.
Leg uit.
“De hogeschool pretendeert een dorp te zijn, en in een dorp wordt geroddeld. Het bindt en laat de heersende waarden en normen zien. Daarom moet de hogeschool roddelen koesteren. Als twee mensen een tijd samen optrekken of werken, gaan ze op een moment informatie uitwisselen over een afwezige derde persoon; een docent, manager of student. Als wordt gezegd: ‘Hij loopt de kantjes eraf,’ weet je dat je met deze persoon beter niet kunt samenwerken als je een goed resultaat wilt halen. Maar een roddel kan ook positief zijn: ‘Hij gaat weg, dit is je kans om te solliciteren!’”
Wordt er veel geroddeld op de hogeschool?
“Waar mensen zijn, wordt geroddeld. Een uitdaging hier is de diversiteit. Hoe kunnen we vertrouwen in elkaar ontwikkelen? Want dat is waar het bij roddelen ook om gaat. Roddelen geeft een signaal af: ik roddel met je omdat ik jou vertrouw. Ik noem dat ‘vocaal vlooien’. Het is sociale binding en maakt ons sterker. Apen vlooien elkaar niet alleen als signaal naar elkaar – ik mag je -, maar ook naar het Alfa-mannetje: let op, ik word gesteund. Samen zijn we sterker dan jij. Roddelen is een signaal naar de leidinggevende, waar hij rekening mee moet houden.”
Dus roddelen komt niet voort uit onmacht?
“Alleen als het om emotionele ontlading gaat; dat doe je vaak thuis. Bijvoorbeeld tegen je partner klagen over je collega of manager. Maar in een organisatie is roddelen ook macht: de macht van studenten naar docenten, de macht van managers naar docenten. Het gebeurt in alle lagen. Als een docent slecht uitlegt en meerdere studenten roddelen daarover, wordt het macht. Want het gaat doorspelen in de sfeer en uiteindelijk in de evaluatie.”
Welke roddels zijn kenmerkend voor de hogeschool?
“De roddel van docenten over het management is een vergeten gebied, net als van het management richting de directie. Er worden allerlei stappen ondernomen om de verhalen naar boven te krijgen. Maar het gaat vaak fout omdat de studenten en docenten die met het management en directie praten een selectie zijn. Daarom zeg ik: accepteer dat er overal wordt geroddeld. Creëer op de hogeschool een aantal plekken waar mensen vrijuit kunnen praten over het roddelen. Er zijn bedrijven die een roddelsessie hebben of het een onderdeel van de agenda hebben gemaakt. Zo worden eventuele fouten en misstanden geconstateerd en naar het formele gebracht. Want een van de kenmerken van roddelen is: het is nooit formeel. Meestal is het van: ‘Je hebt het niet van mij’.
Maar soms zit er achter zo’n roddel een wrange waarheid. Een voorbeeld: in Engeland was er dertig jaar geleden een groot misbruikschandaal op een psychiatrische afdeling van een ziekenhuis. Een psychiater misbruikte vrouwelijk patiënten. De collega’s, verpleegkundigen en management vermoeden het. Iedereen praatte er over maar niemand nam de verantwoordelijkheid, want iedereen was bang voor de mogelijke consequenties voor zijn of haar positie. Zo kon het voortduren. Hoe kun je in organisaties situaties creëren waar mensen ook over de minder leuke zaken praten? Zonder dat het een afrekencultuur wordt, maar een helpende cultuur?”
Wat moet je doen als docent of manager als erover je wordt geroddeld?
“Ten eerste moet je erachter komen wie erover je roddelt met wie en waarom. En dan: waarover wordt geroddeld? En is dat belangrijk? Roddelen ze over het feit dat ik bepaalde collega’s de hand boven het hoofd houd, of een persoon een bepaalde taak niet gun? Als dat de roddel is, kan nagegaan worden wat waar is en wat de reden is dat mensen het niet tegen de persoon in kwestie zeggen. Als adviseur heb ik besturen geadviseerd rond roddelen. En als er roddels waren ging ik op onderzoek uit, met als uitgangspunt dat het mogelijk waar was. Was het waar en ernstig, dan adviseerde ik het bestuur over te gaan tot actie. Was het niet waar, was het advies: bescherm de persoon waarover wordt geroddeld en zorg voor tegeninformatie.”
Wat is uw pleidooi?
“Dat we blijven roddelen, maar ook ons verstand blijven gebruiken en nadenken over waarom we het niet direct tegen de persoon in kwestie zeggen of onze mond houden. En wat de reden is dat ik het roddelverhaal juist tegen die persoon vertel? We moeten er voorzichtig mee omgaan. Want je moet er altijd rekening mee houden dat het verhaal niet waar is.”
Deze periode publiceren we een reeks artikelen over professionaliteit. Onderwerpen zoals hoe we ons blijven ontwikkelen, hoe we met elkaar omgaan, communiceren en samenwerken zullen aan bod komen. Als eerste behandelen wij het elkaar aanspreken. Wat is een aanspreekcultuur, waarom is het van belang dat medewerkers binnen een organisatie elkaar opbouwende of waarderende feedback geven? Deze keer een interview met oud-hogeschooldocent en bedrijfssocioloog/bedrijfskundige Rinus Feddes (69). Tegenwoordig begeleidt hij hogeschoolstudenten bij hun afstuderen. Feddes promoveerde dit jaar op het thema ‘onderbuikgevoel en roddelen’. Een gesprek over hoe we op Hogeschool Rotterdam roddelen kunnen gebruiken als bindmiddel. Eerdere artikelen waren: Evelien Esser en Maaike Lycklama à Nijeholt over de aanspreekcultuur: ‘Elkaar aanspreken, hoe doe je dat?’ Lector Arie de Wild over ‘nudging’: “Ik merk dat het goed werkt als de emotie positief is.”
Petra Kanters
Dag Rinus,
Een mooi verhaal over je promotieonderzoek naar de onderstroom in organisaties. Ook interessant vanuit begeleidingskundig perspectief.