“Weet jij wat een ferrule is? Nou, ik wist het ook niet”, zegt Matti Gortemaker. “Het is dat metalen tussenstukje tussen het potlood en het gummetje dat er soms achterop zit. Niet vreemd dat je het woord niet kent, want dat woord gebruik je niet dagelijks. Studenten die net beginnen op het hbo en les krijgen van een docent die met vaktaal strooit, ervaren dat ook zo. Voor docenten is dat taalgebruik normaal, we zijn ons er niet van bewust dat het voor de ander nieuw is. Taalontwikkelend lesgeven maakt jou als docent bewust van je eigen taalgebruik en leert je hoe je beter bij de belevingswereld van de student aansluit.”
Kloof tussen vooropleiding en hbo
Matti Gortemaker is docent Nederlands bij de opleidingen Maintenance & Mechanics en Engineering van Rotterdam Academy (RAc), de Ad-opleidingen van Hogeschool Rotterdam, en sinds kort ook coördinator Taal en Studiesucces voor RAc. Zes jaar geleden begon ze op de hogeschool na eerder voor de klas te hebben gestaan op het voortgezet onderwijs. Door die ervaring kon ze goed herkennen dat er een kloof bestaat tussen het taalniveau van beginnende studenten en hbo-docenten en ook het hbo-studiemateriaal.
“Toen ik bij de hogeschool begon, gaf ik voorbereidingscursussen Nederlands voor het toelatingstraject 21plus. Daar ontdekte ik hoe belangrijk taal is voor het studiesucces. Als je niet goed begrijpt wat er staat of wat er gezegd wordt, hoe kun je dan goed een tentamen of een werkstuk maken? De achterstand zit ‘m júíst in het begin van de opleiding, als je je het jargon nog eigen moet maken. Het zit in kleine dingen hè. Als je het bijvoorbeeld hebt over een ‘reader’, terwijl de studenten dat alleen kennen als ‘studiewijzer’ dan heb je al een mismatch in de communicatie.”
Context
Het voorbeeld van de ferrule leerde ze ooit zelf in een training over taalontwikkelend lesgeven. “Door het woord dat je gebruikt uit te leggen, te omschrijven en het op die manier in verband te brengen met de woordenschat die al bekend is, breid je die woordenschat uit”, stelt Matti. “Taalontwikkelend lesgeven, TOL noemen we het kortweg, gaat om drie principes: context, interactie en taalsteun. Bij context moet je denken aan de tijd en plaats waar je bepaalde taalbegrippen of woorden gebruikt. Sluit je taalgebruik aan bij de voorkennis van de studenten? Nieuwe begrippen kun je introduceren door aan te sluiten bij wat ze al weten. Ook is het nuttig om in een planning over een langere termijn in het begin al te schetsen: over drie lessen gaan we dát behandelen en daarom moeten we het nu eerst hiér over hebben. Ook het duidelijk zijn over het wat en waarom van leerstof werkt goed. Bijvoorbeeld: deze theorie heb je nodig om het verband te kunnen leggen tussen x en y.”
Interactie
“Het is ook belangrijk hoe je reageert in de interactie met de student of als je studenten met elkaar hoort praten. Als je bij een taalfout direct roept: ‘Dat is fout!’ loop je kans dat ze niet meer open staan om verder te luisteren en niets meer zeggen. Als je bijvoorbeeld een student hoort zeggen ‘Dan gooi ik het doekje in de ring’, dan kun je antwoorden ‘ik kan me voorstellen dat je de handdoek in de ring wilt gooien’. Dan corrigeer je, maar op een zachte manier.”
Taalsteun
“Niet elke student is even ‘talig’. Studenten die wat meer visueel ingesteld zijn kunnen het misschien beter begrijpen door ondersteunend materiaal zoals een flowchart of infographic. Ook het geven van een aantal ondersteunende vragen die studenten voor zichzelf moeten beantwoorden bij een leestekst kan helpen bij het snappen daarvan. Bij een schrijfopdracht kan het handig zijn om een paar voorbeelden te geven van hoe een goede tekst eruit ziet in plaats van voorbeelden van hoe het niet moet.”
Eigen lesmateriaal
Omdat ze overtuigd is van de kracht van TOL ziet Matti het liefst dat alle docententeams hierin worden getraind. Ze ontwikkelde een training voor teams, samen met HR-collega Ria Chin-Kon-Sung, via wie Matti in aanraking kwam met TOL. De pilot is succesvol gedraaid bij RAc. Daarnaast ontwikkelde ze een korte introductieworkshop, die haar eigen team binnenkort gaat volgen, net als docenten van verschillende andere opleidingen. Matti zou uiteindelijk graag zoveel mogelijk docenten trainen, niet alleen bij RAc maar breder bij de hogeschool.
De collega’s gaan aan de slag met hun eigen lesmateriaal om te kijken wat er verbeterd kan worden. In de pilottraining was er veel herkenning bij docenten. Matti: ”Nog steeds denken veel mensen dat het bij taal alleen maar gaat om het verbeteren van -d/-t fouten. Die zijn er ook, maar daar wordt een tekst niet onleesbaar van. Als een student een term verkeerd gebruikt kan het zijn dat hij de lesstof niet begrepen heeft.”
De vierdaagse training wordt inmiddels aangeboden via de HR Academie, evenals de introductieworkshop. Daar kiezen meer docenten voor, want een heel team tegelijk trainen kost vaak te veel aanpassingen in het onderwijs. Matti: “Een mooi moment om te trainen is bijvoorbeeld een curriculumvernieuwing. Als een opleiding het hele lesprogramma anders gaat inrichten, kun je ook meteen taalaspecten meenemen.” Diverse opleidingen, onder andere van onderwijsinstituut HRBS, zijn enthousiast en hebben al een introductieworkshop gevolgd. Daarnaast hebben we de vraag gekregen vanuit mbo-instelling Zadkine om een TOL-training voor hen te verzorgen.”
Nieuwe docenten
Ook het inwerktraject voor nieuwe docenten is een uitstekend moment om een workshop TOL te geven. “Mensen die vanuit de praktijk starten als docent, moeten ook het ‘schooljargon’ leren. Soms kennen ze een begrip als ‘curriculum’ niet. Dat toont ook zo mooi aan waarom we studenten geleidelijk moeten meenemen in het leren kennen van de context van hun toekomstig beroep. We gaan er te makkelijk vanuit dat ze die context al kennen, maar die leren ze juist van ons!” Beginnende docenten bij de hogeschool krijgen inmiddels de introductieworkshop TOL aangeboden.
De volgende stap is om ook buiten de hogeschool docenten bekend te maken met taalontwikkelend lesgeven. Matti ontwikkelt daarom samen met collega’s uit het mbo een doorlopende leerlijn, zodat de overgang van mbo naar hbo op taalgebied soepeler kan verlopen. “Dat helpt enorm bij de doorstroming van studenten naar het hbo, de overstap naar het hbo is niet eenvoudig en alles wat je kunt doen om dat te vergemakkelijken is meegenomen. Op dit moment zijn we docenten in het mbo warm aan het maken voor deze training, zoals gezegd is Zadkine al enthousiast.”, zegt Matti. Of het voorbeeld van de ferrule daar ook in voorkomt? Dat zullen de deelnemers van de workshop meemaken.
Ook kennismaken met TOL?
Bekijk het aanbod bij HR Academie (HINT, intranet HR, inloggen) of neem contact op met Matti Gortemaker.