Taal vormt een stevig struikelblok voor studenten die in een andere moedertaal zijn opgegroeid. Eerstejaars student Faruk Canpolat en afstudeerder Yusuf Güler vertellen over hun motivatie om foutloos te leren schrijven en spreken en de rol die vakdocenten daarin spelen. “Taal is power.”
Yusuf Güler (28) is bijna afgestudeerd bij de studie bedrijfseconomie. Het schrijven van zijn scriptie verliep moeizaam, waarbij taalvaardigheden een grote rol speelden. “Elk stuk dat ik bij mijn afstudeerbegeleider inleverde, kreeg ik terug vol opmerkingen over spelfouten. Ik begon me te schamen. Eerst leverde ik om de twee weken een nieuw stuk in, maar ik deed er steeds langer over. Ik had weinig zelfvertrouwen. Toen er ook nog taalproblemen erbij kwamen, werd het alleen maar moeilijker.”
Accent
Yusuf groeide op in Crooswijk, bezocht vooral ‘zwarte’ scholen en had naar eigen zeggen een beperkte Nederlandse woordenschat. Hij sprak voornamelijk Turks. Pas op het mbo in Zoetermeer kreeg hij voor het eerst een Nederlandse klasgenoot.
Schrijven vond hij erg lastig tijdens zijn studie aan de hogeschool, maar ook schaamde hij zich voor zijn stevige Turks-Rotterdamse accent. “Als ik mondeling iets kon uitleggen, ging het wel beter. De docenten zien dat ik het begrijp. Maar op papier kan ik het niet overbrengen.”
Moedeloos werd hij van het aantal fouten dat in zijn werk werd aangestreept. Het bracht hem niet verder, vindt hij. “Je past alleen je fouten aan, maar je kunt het nog steeds niet uit jezelf. We kregen hierbij helemaal geen begeleiding, terwijl we er wel op afgerekend werden. Ik vroeg me wel eens af of docenten onze begeleiders waren of onze controleurs.”
Motivatie
De moedertaal van eerstejaars student bedrijfseconomie Faruk (22) is ook Turks. Nu is Nederlands zijn hoofdtaal, zowel thuis als in zijn vriendenkring. Zijn grote motivatie: foutloos Nederlands schrijven, zodat zijn Turkse afkomst niet merkbaar is in zijn taalgebruik. “Ik heb meer motivatie om mijn taal te verbeteren dan andere studenten”, vindt hij. “Ik wil gewoon geen taalfouten maken.”
Faruks score op de taaltoets was 60 procent. In tegenstelling tot Yusuf kreeg Faruk wel begeleiding aangeboden, want vanwege deze score kwam hij in aanmerking voor extra taallessen. Toch vond Faruk dat zelf niet nodig.
“Bij eerdere taaltesten bij andere studies en op het vwo scoorde ik een stuk beter. Mijn kennis van toen komt wel weer terug, dus ik heb geen spijt van dat besluit. Ik heb wel eens moeite met d’s en t’s of met de vormen voor verleden tijd, maar het heeft geen invloed op mijn cijfers. Ook voor verslagen en essays haal ik goede scores.”
De meeste moeite heeft Faruk met een heldere opbouw van een tekst. Hoe voeg je onderdelen toe die geen onderdeel uitmaken van de hoofdlijn? Hoe breng je verbanden aan, zodat de tekst samenhang vertoont? “Vooral het begin vind ik lastig”, vertelt hij. “Ik sta er erg lang bij stil wat het belangrijkste punt is. Ik schrijf een stuk en haal het weer weg, net zolang ik het helder heb.”
1-0 achterstand
Faruk droomt van een stage bij een groot accountantsbureau. Ben je daar eenmaal binnen, dan ziet hij een goed salaris en een auto en laptop van de zaak in het verschiet liggen. Yusuf wil graag ondernemer worden en ziet een toekomst in de onlinemarketing voor zich.
Met het oog op die toekomst willen beide studenten hun taalvaardigheid fors verbeteren. Wat goed uitkomt: beiden houden veel van lezen. Yusuf leest graag over economische onderwerpen en superondernemers als Elon Musk. Faruk houdt van boeken over psychologie en leest ook graag fictie.
Yusuf luistert ook doelbewust naar luisterboeken en overweegt een extra cursus om zijn accent weg te werken. “Ik zie dat tachtig procent van het commerciële werk bestaat uit ‘lullen’: je moet het mooi overbrengen. Als ik in mijn werk niet goed kan communiceren, sta ik op 1-0 achterstand. Taal is power.”
Recent heeft hij zijn scriptie ingeleverd, waardoor hij na acht jaar zijn opleiding kan afronden. “Uiteindelijk heb ik het voor mijn ouders gedaan. Mijn vader vindt de opleiding enorm belangrijk; ik kon hem echt niet teleurstellen. Mietjes haken af, bikkelaars werken aan hun problemen. Ik hoor bij de laatste groep, dus ik zet door.”
Estafettevraag
Dit is het achtste artikel in een reeks over taalvaardigheid. Iedere deelnemer stelt in deze serie een vraag aan de volgende deelnemer. Communicatiedocent Erlijn Boersma vroeg aan de studenten: “Wat wil(de) je graag willen leren op de hogeschool als het gaat over taal?”
Faruk: “Ik wil leren om goed te schrijven en daarvoor ook goede feedback krijgen. Docenten moeten niet alleen een streep door de fouten halen, maar ook aangeven wat er niet goed is en hoe het verbeterd kan worden. Veel docenten doen dat overigens best goed.”
Yusuf: “Ik wilde mijn taalachterstand wegwerken. Vis de studenten eruit die moeite hebben met taal en help ze persoonlijk verder. Dat helpt.”
De vraag van Faruk aan bestuursvoorzitter Ron Bormans van Hogeschool Rotterdam:
“Waarom is taal zo belangrijk voor het onderwijs op de hogeschool? Waar blijkt dat uit? Welke voorbeelden zijn daarvan?”
Headerfoto: Faruk Canpolat: “Ik heb meer motivatie om mijn taal te verbeteren dan andere studenten. Juist vanwege mijn Turkse achtergrond wil ik geen taalfouten maken.”
Yusuf wilde niet op de foto.