Natuurlijk krijgt onderwijs de meeste aandacht binnen Hogeschool Rotterdam, maar onderzoek is een belangrijke poot en flink aan het groeien. Promoveren met een voucher kun je al een geruime tijd binnen de hogeschool en nu zijn er ook postdocs waarmee reeds gepromoveerde docenten nog twee jaar hun onderzoek kunnen voortzetten. Dit jaar startte de eerste generatie postdocs. Wat zijn de eerste ervaringen?
Anne Marike Lokhorst, beleidsadviseur onderzoek, begeleidt docenten die bezig zijn met hun proefschrift. Sinds dit jaar zitten daar dus ook docenten/onderzoekers bij die met een postdoc bezig zijn. “Die begeleiding is echt nodig. Die mensen werken keihard, een enorme investering. Er zal altijd vrije tijd inzitten, maar het mag geen ‘liefdewerk oud papier’ worden.”
Twee postdocs per kenniscentrum
Met een postdoc kun je twee jaar, twee dagen in de week aan je onderzoek werken. Regieorgaan SIA heeft daarvoor onlangs een subsidie beschikbaar gesteld aan het hoger onderwijs. Hogeschool Rotterdam kreeg daaruit vier postdocs toebedeeld, maar omdat we destijds vijf kenniscentra (KC) hadden, heeft de hogeschool zelf een vijfde gefinancierd zodat het eerlijk verdeeld kon worden. Elk KC droeg vervolgens een kandidaat voor.
Anne Marike: “Deze vijf gepromoveerde docenten zijn de eerste generatie. SIA gaat het vaker doen, maar waarschijnlijk alleen om het jaar, dus pas weer in 2021. De hogeschool gaat daar niet op wachten en gaat vanaf nu twaalf postdocs (inmiddels is een zesde KC bijgekomen) financieren uit eigen middelen. Zo zijn er dus per KC continu twee onderzoekers actief met een postdoc.”
Anita Feleus (foto) is een van die onderzoekers van deze eerste generatie. Via KC Zorginnovatie doet zij onderzoek naar beweeggedrag bij artrose. “Voor een duurzaam effect van de fysiotherapeutische behandeling is het voor mensen met artrose belangrijk om te blijven oefenen en een actieve leefstijl aan te houden. Door het blijven toepassen van oefeningen en beweegadviezen en deze te integreren in je eigen leefomgeving, draag je bij aan het behouden van je activiteiten en aan het voorkomen of uitstellen van een operatie. Afhankelijk van de persoon kan daarin wonen, werk en vrijetijd, waaronder sport of werken in de moestuin, worden betrokken.”
Haar onderzoek richt zich daarbij op zelfmanagementondersteuning door fysiotherapeuten naar duurzaam gezond beweeggedrag van cliënten, want oefenadviezen worden vaak slecht opgevolgd door patiënten. Doel is om samen met de praktijk een kansrijke aanpak uit te werken die in een vervolg op meerwaarde kan worden getest.
Relevant onderzoek
Het onderzoek van Anita sluit aan op modules binnen het thema Bewegen naar gezondheid die zij samen met collega’s al had geschreven voor de opleiding fysiotherapie. In het postdoc-project participeren nu in totaal 10 studenten binnen de minor Wetenschap in de gezondheidszorg, de minor Pain Basics, en de minor Meedoen door Sport en Bewegen. In de tweede helft van het studiejaar kunnen ook derdejaars studenten fysiotherapie meedoen aan het onderzoek. “We onderzoeken samen met studenten en de praktijk hoe we de behandeleffecten kunnen verduurzamen. Daarbij steken we in vanuit zelfmanagementondersteuning; persoonsgerichte begeleiding, waarbij veel aandacht is voor gezondheid en gedrag en het betrekken van de leefomgeving van de cliënt. Dit vraagt, een meer coachende rol van de fysiotherapeut én een actieve rol van de cliënt. We hopen hieruit ook lessen leren die we mee kunnen nemen in het onderwijs”, legt Anita uit.
Voeten in de aarde
Zo’n aanvraag is behoorlijk intensief. Anita was in dezelfde tijd ook nieuw onderwijs aan het schrijven en betrokken bij een subsidieaanvraag in samenwerking met Hogeschool Leiden en de Haagse Hogeschool onder de paraplu Vitale Delta. “Ondanks de drukte heb ik het op advies van collega’s toch ingediend. ‘Anita, het is zo’n enorme kans!’ drongen ze bij mij aan. Het had nog wel wat voeten in de aarde. Mijn onderzoeksplan werd in één keer goedgekeurd door SIA, maar de inbedding in het onderwijs en in onderzoek moest ik met 300 extra woorden toelichten. Ze vroegen zich af hoe gaat het verder gaat na mijn twee jaar. Dat heb ik kunnen uitleggen met onder andere de 10%-regeling (de opleiding besteed 10% van haar budget aan praktijkgericht onderzoek) waar ik nu ook een dag per week gebruik van mag maken. De onderwijsmanager steunt het project en heeft toegezegd dat ik na deze twee jaar weer één dag per week gebruik mag maken van deze regeling. Heel mooi is ook dat, er door deze postdoc-subsidie, een onderzoeksdag vrijkomt voor een junior onderzoeker om mee te werken aan dit project. Tijdens deze twee jaar schrijven we dan ook een vervolgaanvraag voor een promotietraject voor de junioronderzoeker.
Intervisiegroepje
“We waren begin september voor het eerst bij elkaar met alle vijf de postdocs en bleken er qua inbedding in het onderwijs verschillend in te zitten. Dat was heel leuk en interessant om dat van elkaar te horen. Er werden meteen tips uitgewisseld. Als doel willen we elkaar helpen hoe we studenten kunnen laten participeren en hoe we de verzamelde informatie teruggeven aan onderwijs en praktijk.”
Wat moet je doen als je interesse hebt?
Anne Marike: “Ga in gesprek met je KC! Twee keer per jaar komt de onderzoekvouchercommissie bij elkaar. Die beoordeelt nu ook de postdocs. Op Hint kun je zien, wat je allemaal moet doen. De regeling, het format en beoordelingscriteria hebben we daar gepubliceerd. En neem vooral contact op met ons. Mijn collega Elin Koppelaar en ik zijn er om je te ondersteunen in het proces. Maak gebruik van ons. Het zou echt zonde zijn als we onnodig een onderzoek moeten laten schieten.”
Als het interview is afgelopen voegt Anita nog iets toe: “Ik ben echt heel blij met de hulp die ik heb gehad van Anne Marike en Elin, dat moet je er nog even bijzetten.”
Meer weten over postdocs? Stuur een mail naar Anne Marike Lokhorst (onderzoeksvouchers@hr.nl).