“Studenten verschillen niet zoveel van elkaar als ze denken“

“Studenten verschillen niet zoveel van elkaar als ze denken“

In het tweejaarlijkse onderzoek onder eerstejaarsstudenten over hoe zij de eerste honderd dagen van hun studie ervaren, bleek de opleiding Social Work hoog te scoren op diverse thema’s. Vooral de goede score op het gebied van binding viel op. Claudia Gomes, die het onderzoek deed, ging in gesprek met Maureen Tijtel om te ontdekken hoe ze dat bij Social Work voor elkaar hebben gekregen.

Dit jaar focussen we ons met het onderzoek op binding. Social Work scoorde het hoogst. Herken je dat Maureen?
“Ik herken het. We streven binnen de opleiding kleinschaligheid na. We hebben 20 á 25 eerstejaarsklassen die verdeeld zijn over vijf clusters en op elk cluster zitten weer ongeveer 14 docenten, waardoor bij elke klas zo’n drie docenten zijn verbonden. Zo leer je als docent de studenten goed kennen en raak je persoonlijk bij ze betrokken. En ook andersom leren de studenten de docenten zo goed kennen. We zitten dicht op elkaar.”

Hoe beoordeel je je eigen binding?
“Over het algemeen goed, ik probeer met iedereen een relatie op te bouwen en dat lukt goed. Alhoewel het soms niet vanzelf gaat. Sommige studenten kunnen moeite hebben met hechting, dan is binding een hele uitdaging.”

Hoe realiseer je een goede binding met studenten?
“Belangrijk is zelfreflectie, bij studenten én docenten. Studenten worden binnen de opleiding veelvuldig geconfronteerd met samenwerkingsopdrachten. In samenwerkingsgroepjes hoeven je medestudenten niet je beste vrienden te zijn en dat kan spannend zijn. Daarin heb je als docent een faciliterende rol. Je moet oog hebben voor groepsdynamica en deze beïnvloeden door samenwerking te stimuleren.
Als het niet vanzelf gaat, kun je daarbij helpen. Vaak komen studenten er pas na een tijdje achter dat ze niet veel van elkaar verschillen terwijl ze op het eerste gezicht juist dachten dat wel te doen. Ik blijf in de eerste week, de startweek, meestal wat op de achtergrond. Dan ben ik vooral aan het observeren en gebruik die indrukken om de groepscohesie te beïnvloeden.“

Je zegt dat zelfreflectie belangrijk is. Kun je dat leren?
“We geven daar lessen in. Zo moeten de studenten regelmatig een reflectie of evaluatie schrijven. Ik laat ze bijvoorbeeld voorafgaand aan de teruggave van een toetsresultaat een dia zien met een aantal vragen. Welk cijfer verwacht je voor jouw toets? Waar baseer je dat op? Wat was je aanpak? Wat ging er goed? En wat ging er fout? Wat doe je een volgende keer anders en wat doe je hetzelfde?
Studenten schrijven de antwoorden op deze vragen op. Ik hoef niet te zien wat ze opschrijven. Ze doen het voor zichzelf. Studenten die dat willen, delen dit met de klas door hun antwoord toe te lichten, maar dat hoeft niet. Ze kunnen ook hun antwoorden voor zich houden, want het gaat erom dat de studenten tot inzicht komen. Dat ze terugblikken op het resultaat (evaluatie) en het proces (reflectie).”

Zie je ook nadelen als het gaat om binding?
“Binding is goed, maar soms kan er ook te veel binding zijn, bijvoorbeeld in situaties waarin de samenwerking tussen studenten niet lekker verloopt. Studenten worden sowieso bij ons veel blootgesteld aan samenwerkingsopdrachten. Niet alle studenten zijn er goed in, maar het is een onderdeel van het beroep. We doen ook veel aan peerfeedback en feedforward. In de eerste periode van het schooljaar, instrueer ik de studenten om elkaar alleen positieve feedback te geven, zodat iedereen zich veilig en vertrouwd voelt.”

Uit de enquête blijkt dat studenten van de opleiding Social Work bij persoonlijke problemen goed weten waar ze terecht kunnen. Hoe komt dat?
“Een student moet weten dat ik een docent ben, géén hulpverlener. Dat kan echt een valkuil zijn! Want ik moet uiteindelijk zo’n student ook beoordelen. In mijn rol als SLC-er moet ik mij richten op de professionele en persoonlijke ontwikkeling, én een luisterend oor zijn. Als docent ben ik niet in mijn eentje verantwoordelijk voor wat er in de klas gebeurt en moet ik doorverwijzen naar bijvoorbeeld een decaan. Ik weet dat ik zelf hulp kan bieden, maar doe dat niet als het om privé problemen gaat, zoals geldproblemen of een lastige gezinssituatie.”

Niet alle studenten hebben de enquête ingevuld. Hoe zou je studenten die zich minder verbonden voelen, toch kunnen herkennen?
“Studenten kunnen verkeerde verwachtingen hebben. Dat herken je vooral in periodes waarin het voor de student een beetje lastiger wordt en er meer een beroep op zichzelf wordt gedaan. Dat kan confronterend zijn. Je merkt het dan aan de manier waarop de student omgaat met feedback. Als de student zich defensief opstelt. De binding kan hierdoor minder worden.”

Heb je tips voor andere opleidingen?
“We zijn een sociale opleiding waar professionele en persoonlijke ontwikkeling elkaar ontmoeten. Het gaat niet alleen om kennis maar ook om houding en vaardigheden. Hoe je ervoor zorgt dat ze die kennis kunnen toepassen. Dat is onze leerinhoud. Tegelijk zijn we een oefentuin voor de arbeidsmarkt in een superdiverse samenleving.
Elkaar tips en tops geven is belangrijk. Maar het begint bij jezelf. Ik weet niet hoe het bij andere opleidingen aan toe gaat. Maar blijf vooral kritisch op jezelf. Blijf nadenken over het eigen handelen. Focus je op ontwikkeling.
Nogmaals, binding met de ander begint bij jezelf. Je hebt allemaal een rugtas vol ervaring, met je eigen verhalen, maar hoe staat die ander er tegenover? Hoe ontmoet je die ander? Doe wederzijdse concessies en stel je open op. Toon oprechte interesse.”

Hoe belangrijk zijn de eerste honderd dagen voor studenten?
“De basis voor een goede sociale werker wordt in het eerste jaar gelegd. Niet alleen kennis, maar ook wat ze voelen. Hoofd, hart en handen . Als je die drie dingen bij elkaar brengt, maakt dat je competent.”

Maureen Tijtel is als docent, SLC-er en cursusbeheerder verbonden aan het eerste jaar van de opleiding Social Work. Daarnaast geeft zij keuzevakken en werkt zij een dag in de week voor de expertisegroep waar zij zich bezig houdt met inclusie en diversiteit.
Claudia Gomes is beleidsonderzoeker bij de Concernstaf (CcS) en het lectoraat Studiesucces en doet in die rol verschillende onderzoeken. Het tweejaarlijkse onderzoek naar de ervaring van de eerste honderd dagen van studenten bij Hogeschool Rotterdam is daar een onderdeel van. Daarnaast is Claudia onder andere ook trainer/coach op het gebied van Persoonlijke Effectiviteit bij de dienst Onderwijs en Ontwikkeling (OeO)

9 0

Geef je reactie

Je emailadres zal niet zichtbaar zijn. Vereiste velden zijn gemarkeerd met een *

You may use these HTML tags and attributes: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>

Lost Password

Please enter your username or email address. You will receive a link to create a new password via email.