In januari publiceerden we een artikel over de leergangen van Grip op Onderwijskwaliteit en Studiesucces (GOS), het hogeschoolbrede programma waarin inmiddels 22 opleidingen zichzelf uitdagen om een integrale aanpak van studiesucces in te richten. De leergangen zijn opgezet met als doel opleidingen samen, met en van elkaar, te laten leren.
Bij GOS zijn verschillende in- en externe onderwijsexperts betrokken en werken de opleidingen die meedoen met een kleine groep aan doelen voor studiesucces, waar het opleidingsteam als klankbord kan fungeren. In het genoemde artikel gaat het over de opzet van de leergangen, maar wat vinden de opleidingen er zelf van? Collega’s van Accountancy en de Lerarenopleiding Biologie vertellen wat het hen oplevert aan GOS en de leergangen mee te doen.
Opleiding Accountancy: “We willen een toekomstbestendige opleiding worden”
Waarom doen jullie als opleiding mee aan GOS?
Onderwijsmanager Lex Hoozemans geeft aan dat het programma voor de opleiding Accountancy op een goed moment kwam: “De effecten van eerdere acties die we invoerden voor de verbetering van studiesucces zijn wat aan het uitdoven. We ontwikkelen momenteel een nieuw curriculum, dat in 2025 klaar moet zijn. Het accountancyberoep moet zichzelf opnieuw uitvinden en meegaan met de huidige ontwikkelingen op het gebied van digitalisering en duurzaamheid. Daar kunnen we een sparring partner bij gebruiken.
De ontwikkeling bij Accountancy valt samen met de nieuwe gezamenlijke insteek van ons instituut, de Hogeschool Rotterdam Business School. Als instituut willen we toekomstbestendig onderwijs bieden waarin studenten de skills leren om zich aan te passen aan de snel veranderende economie en samenleving. Daarbij willen we ons profileren op digitalisering, leiderschap, circulair en betekeniseconomie. Dit sluit aan op de ambities van onze eigen opleiding.
Bij het vormgeven van toekomstgericht onderwijs past ook het gerichter bezig zijn met studiesucces. Eerdere initiatieven zitten elkaar soms een beetje in de weg: waar besteden we onze aandacht nu aan? Waar we ons nu vooral op willen richten is een probleem dat bij onze opleiding vaak voorkomt, namelijk dat studenten al aan het werk gaan voordat ze zijn afgestudeerd. Ze besteden dan minder aandacht aan de studie en worden langstudeerders. Daarom hebben we het ‘afstuderen nieuwe stijl’ ontworpen, waarbij studenten vaardigheden die ze in de praktijk opdoen kunnen inbrengen in een portfolioassessment. Iets waar we ook aandacht aan willen besteden is eerlijke en duidelijke voorlichting aan studiekiezers en studenten over wat ze in de opleiding kunnen verwachten. Daar is behoefte aan.”
“Een extra uitdaging bij Accountancy” stelt docent Iris van der Graaf, “is dat we minder speelruimte hebben in ons curriculum dan andere opleidingen. We moeten rekening houden met landelijke eindtermen en een landelijke toets waar al 140 van de 240 te behalen studiepunten naartoe gaan. Dat beperkt de mogelijkheden voor het toedelen van studiepunten aan de verschillende onderdelen van het curriculum. Door in het tweede en derde jaar multidisciplinaire opdrachten in te bouwen bootsen we de praktijk na. In die opdrachten vinden zowel de stof uit de landelijke basis als de nieuwe vaardigheden een plek. Het opzetten van een nieuw curriculum is een uitdagende opdracht en GOS kan ons helpen die te realiseren.”
Hoe ervaren jullie de leergangen? Wat staat je bij?
In de leergang Studiesucces door Onderwijskwaliteit namen Lex en Iris deel, samen met hoofddocent Olav Houben. Samen met nog drie docenten vormen zij het GOS kern-team van Accountancy. De bedoeling is dat het hele team van 27 docenten uiteindelijk wordt betrokken bij de plannen van de opleiding om het studiesucces aan te pakken.
Lex: “Wat ik me goed herinner is dat één van de onderwijsdeskundigen ons tijdens een bijeenkomst van de leergang een belangrijke vraag stelde: wanneer spreek je het vertrouwen uit dat je student het kan? Hoe moet de student laten zien dat hij genoeg kennis heeft op een bepaald onderwerp? Doorgaans nemen we daarvoor een toets af, dat zijn soms grote eenheden. Voor de landelijke toets OAT moet de student in één keer laten zien wat hij geleerd heeft in twee onderwijsperiodes. Daarmee zie je niet hoe de student zich gedurende de periode ontwikkelt. Daarom gaan we nu kijken of we op eerdere momenten in het curriculum ruimte kunnen vinden voor cases waar studenten samen actief aan moeten werken en waarop wij ze tussentijds kunnen beoordelen.”
Olav: “Tijdens één van de eerste bijeenkomsten probeerde ik aan collega’s van andere opleidingen ons curriculum en toetsingsprogramma uit te leggen. Ze begrepen niet hoe het in elkaar zat. Dat vond ik een eye-opener: waarom maken we het zo ingewikkeld? Sinds de vorige curriculumvernieuwing hebben we steeds nieuwe ‘stukjes’ toegevoegd en veranderd en daardoor zijn we de grote lijn in wat we de student willen meegeven een beetje kwijtgeraakt. Die zijn we nu aan het terugvinden en aanscherpen.”
Lex volgde samen met twee docenten ook de andere leergang ‘Studiesucces door een krachtig leerklimaat’. “Daarin ga je kijken naar hoe jij zelf pedagogiek en didactiek inzet in jouw eigen les. We hoorden daar veel over hoe je studenten het beste kunt benaderen, zodat we hen meer motiveren. Je vult het onderwijs in in co-creatie met de studenten, durf je als docent dan ook zwak op te stellen. Het ‘je doet wat ik zeg’ werkt niet.”
“Veel dingen die je hoort in de leergang wéét je eigenlijk wel, maar door de gestructureerde aanpak in de leergang beklijft het beter, we scherpen onszelf echt aan. GOS helpt ons door nieuwe inzichten maar op andere punten ook doordat we bevestiging krijgen van wat we al vonden en deden.”
Naast Accountancy zijn ook vier andere opleidingen van HRBS betrokken bij GOS. “We willen de teams van deze opleidingen uitnodigen om meer gezamenlijk op te trekken en kennis te delen, ook over studiesucces.”, besluit Lex. “Het gaat verder dan een curriculumverandering. We houden onszelf een spiegel voor. Ik kan het anderen aanraden om met de externe experts in gesprek te gaan (elke opleiding mag zijn plan voorleggen aan onderwijsdeskundigen als Klaas Visser, Janke Cohen en Dominique Sluijsmans, red.). Daarnaast is het overleggen met collega’s van andere opleidingen verrijkend. Openstaan voor ideeën en buiten je eigen kaders treden, de andere aanpak die zij hanteren kan heel inspirerend zijn.”
Lerarenopleiding Biologie: “We kijken nu meer naar de effectiviteit van onze interventies”
Ook de Lerarenopleiding Biologie richt zich met GOS op langstudeerders én eerstejaars. Zo geeft projectleider en docent Ellian van Strien aan: “We hebben net een nieuw curriculum, daarmee willen we langstudeerders helpen en zorgen voor een zachte landing voor eerstejaars. Dat is belangrijk omdat zij moeten wennen aan een nieuwe school en de andere manier van lesgeven in het hoger onderwijs.” Samen met onderwijsmanager Jaap van Beijnum en vakgroepcoördinator Emma Versteegh vormt zij het GOS-kernteam bij de Lerarenopleiding Biologie.
Wat hopen jullie te bereiken door deelname aan GOS?
Jaap: “Het zit in ons DNA om te willen verbeteren, we hebben altijd veel geëxperimenteerd. Door GOS zijn we meer gericht op wat we willen bereiken. En we krijgen daar ondersteuning bij. Het is heel fijn dat er nu meer gekeken wordt naar de effectiviteit van onze interventies. Daarom komt GOS ook terug op elk teamoverleg.”
Ellian en Jaap namen deel aan de leergang ‘Studiesucces door onderwijskwaliteit’, Emma en Ellian aan ‘Studiesucces door een krachtig leerklimaat’.
Hoe hebben jullie de leergangen ervaren?
Jaap: “In de leergang over onderwijskwaliteit hebben we vooral onze vragen en onzekerheden gedeeld. Het is mooi om deel uit te maken van een groter geheel. Door met collega’s van andere opleidingen in contact te zijn en ervaringen en inzichten te delen met collega’s spreken we nu met elkaar dezelfde taal. Ik vind het erg waardevol dat daar ook ruimte en tijd voor is. Het is een complexe materie, we zagen dat de experts het onderling ook niet altijd met elkaar eens zijn, er zijn verschillende visies mogelijk. Het is goed om dat te zien.”
“In de leergang ‘Krachtig leerklimaat’ hebben we uitgewisseld met andere opleidingen om vervolgens binnen ons eigen team te kijken ‘wat kunnen wij ermee?’. Het was ook heel leuk om te zien hoe anderen iets aanpakken, te zien dat het ook op een heel andere manier kan. Maar ook om de overeenkomsten te zien. Zo van: hé, dat doen zij dus ook”, vindt Ellian.
Binnen de opleiding zijn groepjes van 3 à 4 docenten met een thema aan de slag gegaan met de onderwerpen studieloopbaancoaching, afstuderen en binding. “Voor het afstuderen hebben we al profijt gehad van GOS”, zegt Jaap. “Door te onderzoeken waar het nu precies mis gaat bij studenten die langer de tijd nodig hebben om af te studeren, kwamen we erachter dat daar veel verschillende redenen voor zijn. Interviews en gesprekken met zowel afstudeerbegeleiders als afstuderende studenten gaven inzicht in de behoeften van afstudeerders, die vaak anders blijken te liggen dan we vooraf soms aannamen. Nu weten we dat het goed is om vooraf echt te willen weten wat er speelt bij de afstudeerder, en rekening te houden met wat diegene nodig heeft.”
“Ik vind het heel waardevol dat we nu stilstaan bij wat we al doen en dan onderzoeken hoe effectief het is. We brengen zelf de cijfers in kaart om de effecten te meten van wat we in het nieuwe curriculum doen”, zegt Emma. “Wat we ook al gedaan hebben is de eerstejaars een instaptoets laten maken, om vervolgens de klassen zodanig in te delen dat studenten met dezelfde behoeften bij elkaar in de klas zitten. Daarmee creëer je direct een veiliger omgeving voor hen. En ook geven we studenten die onvoldoende scoren op de toets direct een peer coach, in plaats van op een later moment in het jaar.”
Wat gaan jullie nu anders doen met wat jullie geleerd hebben in het GOS-traject?
Emma: “In mijn lessen ga ik studenten vaker vragen hoe ze een opdracht gaan plannen en aanpakken. Daar kom ik dan later tijdens de cursus weer op terug. Als coördinator wil ik (nog) meer aandacht hebben voor frequente en heldere communicatie richting studenten, bijvoorbeeld over COVID-maatregelen of veranderingen in het curriculum.”
Ellian: “In het eerste jaar wil ik zorgen voor een betere aansluiting op de vooropleiding door studenten structuur te bieden en met ze te bespreken welke hbo-leerstrategieën er zijn en welke bij hen passen. Naarmate de studie vordert doen we dat steeds minder, zodat de studenten geleidelijk aan leren wat werkt om de studie succesvol aan te pakken. Dat is wat ik bedoel met een zachte landing.”
Jaap: “Voor het GOS-programma hebben we inmiddels ook verschillende gesprekken gevoerd met studenten. Wat ik zeker ga doen is met studenten vaker de discussie aangaan over ethische onderwerpen, zoals hoe je omgaat met uitsluiting.” De anderen beamen: “Met studenten een discussie voeren over het vak en daarbij niet alleen inhoudelijke, maar ook persoonlijke dingen delen. De studenten op onze opleiding worden ten slotte straks onze collega’s.”
Meer weten over Grip op Onderwijskwaliteit en Studiesucces? Kijk dan op deze HINT-pagina of neem contact op met Chanté Zuidgeest.