Fysiotherapie kreeg ook de kritische docenten achter het nieuwe leerplan

Fysiotherapie kreeg ook de kritische docenten achter het nieuwe leerplan
Oscar Reijmerink en Diane Breedijk werkten aan het nieuwe curriculum voor Fysiotherapie

Dit studiejaar startten 170 eerstejaarsstudenten bij Fysiotherapie met een nieuw curriculum. De werkvormen zijn radicaal omgegooid: stond de docent eerst vooral vóór de klas, staat hij of zij nu midden ín de klas. Veertien docenten schreven mee aan een leerplan dat van hen meer een coachende rol verwacht dan het geven van klassiek onderwijs. Hoe krijg je iedereen mee?

‘De schwung was eruit’, zegt Diane Breedijk over het oude curriculum van haar opleiding. Diane is docent Fysiotherapie, coördinator van het honoursprogramma bij IVG en, sinds kort, verantwoordelijk voor het realiseren van een nieuw curriculum van haar opleiding. Het onderwijs was nog vaak frontaal: docenten draaiden lessen en studenten luisterden en deden wat van hen gevraagd werd. In het eerste jaar lag het accent op visie: hoe hoort een fysiotherapeut te handelen? Pas in jaar 2 verschoof het accent naar het creëren van realistische beroepssituaties, iets wat studenten als een harde overgang ervaarden.

Docentrol verandert

Docent Hester den Bandt in gesprek met studenten

Samen met collega’s uit de ontwikkelgroep en een onderwijskundige ging Diane bij een opleiding in Nijmegen kijken. Daar bleek dat studenten helemaal hun eigen onderwijs vormgeven. Veel meer van deze tijd. ‘Er waren daar studenten die pas vijf weken daarvoor begonnen waren waarvan we dachten, kunnen zij dit nú al? Daar hebben we ons door laten inspireren.’

De huidige eerstejaars krijgen aan het begin van iedere week een beroepssituatie en leerdoelen voorgelegd. De bijbehorende opdrachten doen ze in hun eigen tempo. Op vrijdag vindt reflectie plaats. Klassikaal onderwijs is beperkt tot colleges van 50 minuten en worden alleen voor theoretische verdieping ingezet. Voor de studenten is het meer ‘al doende leren’ geworden. Maar de rol van de docent is hierdoor sterk veranderd. Doceren is veelal coachen geworden.

Zijn alle docenten daarop toegerust?

Diane: ‘Het is heel anders dan ze gewend waren. Het grote voordeel is dat we nu werken in duo’s. Dat samenwerken bevalt heel goed. Je kunt continu met elkaar afstemmen. En je kunt tegen je collega zeggen, joh Os, ik weet dit even niet. Kun jij het ze uitleggen?’

‘Os’ is Oscar Reijmerink, docent fysiotherapie in (vooral) jaar 1, lid van de curriculumraad en betrokken bij het nieuwe curriculum en de voortgang daarvan.

Zijn jullie ook een duo?

Oscar: ‘Eén keer zouden we samen lesgeven, maar toen heb ik me ziek gemeld, haha.’
Diane: ‘Toen stond ik er dus alleen voor en merkte ik direct in de praktijk hoe het is om die rol als coach te hebben. Dat was wel even stoeien. Ik had gelijk de neiging om een werkvorm te gaan bedenken. Dat is een valkuil.’

Moet je je lessen met het nieuwe curriculum anders voorbereiden?

Oscar: ‘Ja, dat is niet te vergelijken.’

Wat is het verschil?

Oscar: ‘Je kunt je alleen maar voorbereiden op de inhoud van de stof voor die week. Want je weet nooit wat een groep studenten op welk moment wil gaan doen. Je kunt wel allemaal werkvormen bedenken, maar die studenten kunnen zeggen, ik ga eerst even wat anders doen. De les is veel dynamischer geworden.’

Waren alle docenten het ermee eens om het zo aan te pakken?

Diane: ‘We stuitten aanvankelijk op best veel weerstand in het team. Veel docenten vonden dat we een wel heel vrije vorm van onderwijs wilden invoeren. Van de achttien docenten die in jaar 1 lesgeven hebben we er veertien betrokken bij het schrijven van het curriculum. En daar zaten ook mensen bij die erg kritisch waren.’

Hoe ging je om met die weerstand?

Diane: ‘We hebben expres de kritische docenten er ook bij gehaald, omdat we iedereen mee willen krijgen. Uiteindelijk hebben we juist ook van hen veel geleerd.’

Waarin resulteerde dat?

Diane: ‘In dat we ons gingen realiseren dat onze aanpak wel erg los was, zeker voor studenten die bijvoorbeeld net van de havo of het vwo afkomen. Zij zijn gewend dat hen verteld wordt wat ze moeten doen. Toen hebben we bedacht dat we de leerpraktijken gingen invullen, drie momenten in de week waarop we studenten sturen bij het bepalen aan welke leerdoelen en opdrachten ze kunnen werken. Ook hebben we in de docentenhandleiding suggesties toegevoegd voor hoe je de les vorm kunt geven. Ik zie nu dat we een te grote stap wilden maken. Juist door de kritische collega’s erbij te betrekken hebben we een mooie middenweg gevonden.’

Docent Valentijn Nooijen coacht een groepje studenten tijdens het college

Oscar: ‘En het heeft nog een voordeel. Doordat nu bijna alle docenten van jaar 1 actief hebben meegeschreven, waren ze al voorbereid op hun veranderende rol.’

Na hun inspiratiesessie in Nijmegen zijn ze begonnen met visies formuleren op leren, onderwijs en toetsen. Vervolgens hebben ze twee modellen gemaakt voor het onderwijs van het eerste jaar van de opleiding zoals zij dat idealiter voor zich zagen. Hierop is feedback gevraagd, dus ook van de meest kritische docenten.

Nog steeds wordt er geschreven aan het curriculum van jaar 1, terwijl studenten al zijn gestart. Ook wordt er nog gewerkt aan jaar 2 en 3. Vierdejaars starten vanaf februari volgens het nieuwe programma. Ook voor de onderwijsontwikkelaars is het learn as you go.

Evalueren jullie regelmatig?

Diane: ‘We evalueren op twee vaste momenten in de week. Met docenten hebben we gesproken over hun rol, maar ik praat bijvoorbeeld ook met de roosteraar op het bedrijfsbureau over de werkwijze. Is het ook voor hen prettig? We evalueren eigenlijk continu.’
Oscar: ‘Doordat we in koppeltjes werken, die ook steeds van samenstelling veranderen, zie je dat mensen gaan kalibreren. Het valt mij op dat daardoor in alle klassen vrijwel hetzelfde gedaan wordt, ondanks het vrije onderwijs. Dat is een soort informele evaluatie.’
Diane: ‘We hebben ook officiële vragenlijsten aan studenten voorgelegd en een enquête gekoppeld aan de toetsresultaten. Daarna hebben we met studenten afgesproken: jullie gaan dit anders doen en wij dat.’

Wat zou je anders doen in dit proces van onderwijsvernieuwing?

Diane:‘Ik zou het niet met minder mensen willen doen, maar wel met minder schrijvers. Ik zou in groepjes van drie één persoon verantwoordelijk maken voor het schrijven. De anderen dienen als achterban. Dan is het voor meer mensen minder belastend. We krijgen niet allemaal extra tijd om dit te doen.’

Zijn jullie tevreden?

Oscar: ‘Ik zie studenten die net drie maanden binnen zijn dingen doen, waarvan ik dacht dat ze daar in jaar 3 nog niet klaar voor zouden zijn. En ik denk dat ze nog meer kunnen dan wat we nu van ze vragen.’
Diane: ‘Ik vind het curriculum zoals het er nu ligt enorm goed. De kinderziektes zijn minimaal. Natuurlijk moeten we eerst het hele eerste jaar een keer gedraaid hebben. Maar we zijn tevreden over de toetsresultaten van de studenten. En de docenten pakken het heel goed op, ook die vier die niet meegeschreven hebben aan het curriculum.

Dat is best knap.

Diane: Ja, dat vind ik eigenlijk ook.

6 0

3 Reacties

  1. Dat werken in wisselende duo’s is een goed idee! Bedankt voor de inspiratie.

    Reageren
  2. Werken in wisselende duo’s is een goed idee! Bedankt voor de inspiratie.

    Reageren
  3. Dag Diane en Oscar,

    Knap staaltje werk hebben jullie geleverd! In Nijmegen, maar zeker jullie zijn inspirerend. Dank voor het delen van de keuken 😀

    Reageren

Geef je reactie

Je emailadres zal niet zichtbaar zijn. Vereiste velden zijn gemarkeerd met een *

You may use these HTML tags and attributes: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>

Lost Password

Please enter your username or email address. You will receive a link to create a new password via email.