Pedagogiek in het hoger onderwijs staat sinds enkele jaren weer volop in de belangstelling. Er is behoefte meer te leren over pedagogiek en er meer mee te doen in de praktijk. Voor docenten met intrinsieke interesse voor pedagogiek is inzicht in en bewustwording van hun gedrag meer dan welkom. Ook zou er meer erkenning kunnen komen voor het belang van pedagogische vaardigheden. Inmiddels heeft een eerste leertraject Verdiepende Pedagogiek plaatsgevonden, vormgegeven door door de deelnemers zelf. “We gaan voor een cultuurverandering.”
Beleidsadviseur Samira Abbadi kreeg de opdracht een leertraject te ontwikkelen voor docenten die zich verder willen bekwamen in de pedagogiek. Zij koos ervoor om de docenten de ruimte te geven dit zelf te doen, terwijl zij de randvoorwaarden organiseerde. “Pedagogiek leer je niet alleen uit een boek of in een cursus”, zegt ze. “Pedagogiek gaat over wat er in de klas gebeurt en hoe je in dat moment reageert. Daarom moest de nadruk ook liggen op houding en gedrag en het gesprek dat daaraan voorafgaat: hoe vatten we onze rol als docent op?”
Uit elk instituut mocht een docent deelnemen in het traject, docenten die al enthousiast waren om meer te leren over pedagogiek. Met elkaar gingen ze aan de slag om zelf het leertraject te ontwerpen. Monique van den Heuvel, één van de deelnemers en een jaar geleden benoemd als hoofddocent Pedagogiek & Didactiek, kreeg gaandeweg de rol van begeleider. De benoeming van Monique in deze voor de hogeschool nieuwe functie, laat al zien dat Hogeschool Rotterdam de pedagogiek omarmt. Samen met Mieke de Wit begeleidde Monique dit nieuwe leertraject: “We zijn gewoon begonnen, wij wisten ook niet hoe het er precies uit zou gaan zien.”
“Dat is daarom ook het mooie ervan”, zegt Anne van Brussel, deelnemer en docent bij CMI. “We hebben het met elkaar vormgegeven. Omdat nog niet veel vaststond hebben we veel nieuwe en creatieve werkvormen kunnen bedenken.” Ook Joris Berding is enthousiast. Samen met collega Mike is hij door zijn instituut EAS voorgedragen om mee te doen in het leertraject. Het heeft hem veel nieuws geleerd, maar ook inzicht gegeven in wat hij al goed doet. En dat doet hij, want twee jaar geleden werd hij gekozen tot docent van het jaar in zijn vakgebied Chemie.
Hoe hebben jullie het traject concreet ingevuld?
Samira: “We zijn begonnen met een driedaagse ontwerp- en teambuildingsessie, volgens de methode van KAOS-pilot. Daarop volgden zes bijeenkomsten die steeds door een ander subteam werden ingevuld. En wat daaruit kwam had ik van tevoren niet kunnen bedenken.” Monique: “Eén bijeenkomst was een reis door de stad waarin we plekken bezochten waar je niet zo gauw komt en die inspirerende dingen doen voor jongeren, zoals de Leeszaal West, Stichting De Nieuwe Kans en Aktiegroep Het Oude Westen.
Spreken met mensen die daar werken, gaven inzichten over hoe zij dingen aanpakken. Vaak ging het over het contact maken en investeren in relaties. We hebben ook filosofen Tina Rahimy en leiderschapscoach Peter DeWitt uitgenodigd om hun gedachtengoed met ons te delen.”
“In een andere bijeenkomst nodigden we studenten uit om met ze in gesprek te gaan. Wie zijn ze en wat willen ze in het leven? Wat is voor hen belangrijk in het gedrag van docenten? Dan blijkt één ding het allerbelangrijkst: zie mij, ken mij. Je wil natuurlijk je stof overbrengen in de les maar interesse voor de student gaat echt vóór alles. Dat kan gaan om een informeel praatje bij het koffieapparaat tot signaleren dat iemand problemen heeft en extra begeleiding nodig heeft.”
Wat staat je het meest bij, waar heb je het meeste aan gehad?
Joris: “We hebben lang stilgestaan bij ons eigen functioneren. Dat was ik niet gewend. We moeten productief bezig zijn, dacht ik steeds.” Het ongemak opzoeken is juist goed, vindt Monique: “Op het moment dat je uit je comfortzone komt, leer je. Reflectiemomenten zoals de wandelingen die de docenten twee aan twee moesten maken zijn ingebouwd om bewust te vertragen. Dan kun je meer de diepte ingaan en met elkaar in vertrouwen praten. Door niet direct door te rennen naar het volgende onderwerp beklijft wat je leert ook beter en is de kans groter dat je je gedrag echt verandert.”
Anne: “Ik ben mij bewuster geworden van mijn eigen gedrag. Ik wist natuurlijk wel dat ik bepaalde dingen goed deed maar ik kan het beter benoemen. Je zou kunnen zeggen dat we nu bewust bekwaam zijn.” “Wat ik ook erg goed vond, is het leren van elkaars verhalen”, geeft Joris aan. “Je kent meestal alleen de cultuur en aanpak bij jouw eigen instituut. Wat jij als normaal beschouwt is dat voor docenten uit andere instituten niet. En we hebben nu een netwerk opgebouwd, collega’s die je hulp kunt vragen bij een onderwerp waar zij meer ervaren in zijn.”
Wat ga je na dit traject anders doen?
De voorlaatste bijeenkomst was een reflectieve bijeenkomst waarin de deelnemers zich afvroegen ‘Wat ga ik doen om mezelf te overtreffen op pedagogisch gebied’. Als afsluiting van die dag formuleerde ieder voor zichzelf een opdracht. Om zichzelf en anderen eraan te herinneren wat deze opdracht is, zijn alle deelnemers gefotografeerd en is er een poster gemaakt met de afspraak die ze met zichzelf hebben gemaakt. Op dezelfde manier als het project ‘Ik overtref mezelf door…’ voor studenten. (tekst gaat verder onder foto’s)
Wat in deze afspraken staat betekent veel voor iedere deelnemer. “Ik overtref mezelf door constant oog te hebben voor de mens achter de student”, is bijvoorbeeld Joris’ afspraak. Anne belooft zichzelf nog meer te gaan voor kwaliteit door ‘met studenten proberen te overtreffen wat eigenlijk niet te overtreffen lijkt’ en Monique wil haar creativiteit nog meer de kans geven te gaan stromen.
Wat kunnen jullie zeggen over het uiteindelijke resultaat van het traject?
Samira: “Wat ik echt het meest waardevol vind is dat er zoveel meer mogelijk is gebleken dan we vooraf hadden durven bedenken. Alles werkte mee. Wie had bijvoorbeeld gedacht dat Peter DeWitt met ons naar een buurthuis zou gaan om daar in dialoog te gaan met de jongerenbegeleiders? Vooraf merkte ik dat we binnen de hogeschool wat huiverig waren om het op deze manier te doen. Het belang van pedagogiek wordt gezien, maar bij het inrichten van een traject wil men graag dat vooraf direct duidelijk is wat het gaat opleveren, welke theorie geleerd wordt, aan welke criteria je voldoet.
Het was een open en spannend proces, met enkele kaders, maar veel is ‘from scratch’ gecreëerd. Het heeft ons veel gebracht. Gelukkig kwam er gaandeweg steeds meer vertrouwen in deze onconventionele aanpak en werden steeds meer collega’s er enthousiast van.
De meeste energie kwam van de docenten zelf; zij waardeerden het enorm dat zij zoveel ruimte en vertrouwen kregen. We weten met alle kennis die we binnen de hogeschool hebben al zoveel. Kennis en kunde hoeven we ook niet altijd buitenshuis te zoeken. Als we elkaar als collega’s dat vertrouwen geven en onze verantwoordelijkheid nemen om die kennis met elkaar te delen dan kunnen we dat vervolgens ook aan de studenten doorgeven.”
“Er is veel spin-off ontstaan, docenten uit het traject doen bijvoorbeeld mee in experimenten van de WERKplaats Inclusieve Pedagogiek en Didactiek en in andere projecten,” concludeert Monique. “En voor mijn andere cursussen pedagogiek, die ik al langere tijd aanbied, krijg ik nu veel meer aanmeldingen”, grapt ze. Door het traject krijgt pedagogiek meer aandacht, bijvoorbeeld in de onderwijsteams. Anne, Joris en de andere docenten zijn ambassadeurs geworden. “We willen ermee doorgaan”, geven Joris en Anne aan.
En nu?
Hoe dat vervolg voor de docenten die aan het traject hebben deelgenomen eruit ziet is nog niet duidelijk maar een vervolgtraject (Verdiepende Pedagogiek 2) is in de maak. Dit najaar begint de volgende groep met Verdiepende Pedagogiek 1. Er wordt voortgebouwd op wat de eerste groep in grote lijnen heeft neergezet, maar er is nog steeds ruimte om het leertraject zelf vorm te geven. Samira: “Docenten die interesse hebben, kunnen het bij hun leidinggevende aangeven, maar in principe word je voorgedragen door het IMT van jouw instituut.
Ben je geïnteresseerd, dan moet je de ambassadeursrol ook kunnen pakken en graag doorgeven wat je leert, zodat we er niet meer omheen kunnen dat pedagogiek belangrijk is. We willen een cultuurverandering. Dat gaat nog een stap verder dan pedagogiek op de kaart zetten.”